Proefschrift 'Malnutrition in end stage liver disease - Who is manourished'

Door: E.J. Huisman

Promotiedatum: 14 september 2017

Samenvatting

Leverziekten komen veel voor. Sterftecijfers van veel andere aandoeningen zoals hart- en vaatziekten en kanker zijn, dankzij grote investeringen in de zorg, de afgelopen decennia sterk gedaald. De sterfte ten gevolge van leverziekten is echter gestegen, in Groot-Brittannië bijvoorbeeld met ruim 400% sinds 1970. Levercirrose is het eindstadium van leverziekte bij patiënten met chronische progressieve vormen van leverziekten. Dit gaat gepaard met een zeer hoog risico op complicaties en overlijden. Levertransplantatie is een optie wanneer er sprake is van levercirrose. Echter, de wachttijden voor orgaantransplantatie worden steeds langer en jaarlijks sterft 17% van patiënten op de wachtlijst. Afgezien daarvan komen veel patiënten niet in aanmerking voor transplantatie vanwege co-morbiditeit, verslavingen, psychische aandoeningen, onvoldoende psychosociale steun of onvoldoende lichamelijke conditie. Alle maatregelen die een patiënt met leverziekte in de meest optimale conditie kunnen houden, zijn dan ook essentieel. Voeding speelt hierbij een belangrijke rol.

Ondervoeding komt veelvuldig voor bij patiënten met levercirrose. Het merendeel van de patiënten is niet ondervoed in de klassieke zin van eiwit- en energieondervoeding maar heeft (ernstig) overgewicht of zowel eiwitondervoeding als (ernstig) overgewicht. Deze types van ondervoeding worden zelden gediagnosticeerd vanwege gebrek aan de juiste diagnostische middelen. Ze leiden echter wel tot verergering van de bestaande leverziekte en gaan gepaard met het hoogste risico op complicaties en kans op overlijden. Wij toonden aan dat de handknijpkracht, een parameter voor eiwitondervoeding gemeten met de Jamar handdynamometer, een onafhankelijke voorspeller van complicaties is bij patiënten met levercirrose. Wij stellen dan ook een differentiatie in de definitie van ondervoeding voor. Daarnaast stellen we een combinatie van eenvoudige en goedkope diagnostische middelen voor, waaronder de handknijpkracht, waarmee mogelijk alle vormen van ondervoeding correct gediagnostiseerd kunnen worden.

Ook de huidige voedingsrichtlijnen dienen te worden herzien. Deze richtlijnen zijn alleen gericht op het herstel van werkelijke eiwitenergie-ondervoeding waarbij enkel zowel eiwit- als energieverrijking wordt geadviseerd. Dit advies is echter geschikt voor minder dan 10% van de patiënten met levercirrose. Deze richtlijnen maken geen onderscheid tussen verschillende andere vormen van ondervoeding en negeren het bestaan van (ernstig) overgewicht. Het volgen van het advies uit deze richtlijnen versterkt mogelijk de ernst van leverziekte bij bijna twee-derde van de levercirrosepatiënten.

Wij laten zien dat het mogelijk is om de voedingsstatus met specifiek voedingsadvies positief te beïnvloeden, zelfs gedurende een lange en belastende behandeling met peginterferon- en ribavirinebevattende antivirale middelen bij patiënten met hepatitis C. Specifiek voedingsadvies voorkomt katabolisme, vermindert spijsverteringsklachten en verhoogt de kwaliteit van leven. Ook laten wij zien dat specifiek voedingsadvies de afname in arbeidsproductiviteit, fysieke activiteit en het participatieniveau significant kan verminderen. Specifiek voedingsadvies is niet alleen kosteneffectief, het verlaagt tevens de kosten van het verlies aan arbeidsproductiviteit met bijna 50%.

Wij denken dat het belangrijk is dat toekomstig onderzoek zich richt op validatie van voorgestelde diagnostische middelen, het behoud van een goede voedingsstatus gedurende ander zware en langdurige therapieën en het verminderen van bestaande ondervoeding met behulp van specifiek voedingsadvies.