Proefschrift 'Virale hepatitis B en C gerelateerde uitkomsten: Het ontrafelen van de invloed van hiv co-infectie en therapietrouw'
Door: F.I. Lieveld
Promotiedatum: 23 november 2017
Samenvatting
Wereldwijd zijn 350 miljoen mensen langdurig geïnfecteerd zijn met het hepatitis B-virus, en 170 miljoen mensen met het hepatitis C-virus. Lange termijn gevolgen van een infectie met deze virussen zijn verlittekening van de lever, verstoring van de leverfunctie, leverkanker, en het krijgen van een levertransplantatie.
De behandeling van het hepatitis C-virus heeft baanbrekende veranderingen ondergaan, waarbij vanaf 2014 de zogenoemde tweede generatie “direct-acting antivirals” op de markt zijn. Deze nieuwe middelen hebben veel voordelen voor de patiënt: meer dan 90% geneest van hepatitis-C en de behandeling bestaat alleen uit pillen zonder spuitjes zoals vroeger. Door de aanwezigheid van mutaties kunnen hepatitis C-virussen van elkaar verschillen, waardoor sommige hepatitis C-virussen minder gevoelig kunnen zijn voor deze medicijnen. In het eerste gedeelte van dit proefschrift toonden wij aan dat de belangrijke hepatitis C-virus mutatie Q80K vaker voorkomt bij hiv-patiënten. Ondanks dit verschil, zijn de nieuwe medicijnen tegen hepatitis C effectief in alle patiënten, of zij een hivinfectie hebben of niet. Vroeger werd gedacht dat mensen met een hiv-virus infectie en daarnaast ook een infectie met het hepatitis B-virus, een hogere kans hebben op meer leverschade. Tegenwoordig zijn de hiv-medicijnen effectiever dan ooit. Daarnaast werkt een van de belangrijke hiv-medicijnen (tenofovir) ook goed tegen hepatitis-B. In dit proefschrift zagen wij dat een hivinfectie niet meer leidt tot meer leverschade bij hepatitis B-patiënten. Mensen met en zonder een hiv-infectie hebben hierbij evenveel kans op genezing van hepatitis B. Wel zagen wij dat mensen met hiv meer kans hebben op een actievere vorm van hepatitis B. Tot slot liet het eerste deel van dit proefschrift zien dat mensen met alleen een hepatitis-B infectie relatief later bij een arts in zorg komen, waardoor ze vaker leverschade hebben.
In het tweede deel van dit proefschrift laten wij zien dat hepatitis B-virus en hepatitis C-virus geïnfecteerde patiënten hun medicijnen goed slikken. Het gebruiken van elektronische medicijnendoosjes heeft hierbij geen invloed op het goed slikken van de medicijnen. Dit proefschrift liet verder zien dat het medicijn ribavirine nog een goede toevoeging kan zijn in moeilijk behandelbare hepatitis C-virus patiënten die met de tweede generatie direct acting antivirals worden behandeld. Tot slot liet dit proefschrift zien dat een groot deel van de hepatitis-B patiënten weleens een lange tijd niet meer op de polikliniek komen. Uit een vragenlijst bleek dat een deel van deze patiënten niet goed begreep wat de ziekte precies inhield. Een goede educatie is dan ook noodzakelijk.